Schatzoekers – het geheim van de piramide

“Teach your children well” – Crosby, Stills, Nash & Young (1970)

Vanuit een innerlijke drang om kinderen vaardigheden aan te leren en leerstof over te dragen besloot ik ruim 30 jaar geleden om de opleiding tot leerkracht basisonderwijs te volgen. Tijdens mijn opleiding was ik 4 jaar lid van een onderwijscabaretgroep genaamd ‘Framboos’, onder leiding van onze directeur. Zodoende was ik al vroeg kritisch ten opzichte van de besluitvorming vanuit den Haag betreffende het onderwijs in Nederland. Na voltooiing van de Hbo-opleiding Pabo word je in staat geacht om op een verantwoorde manier les te kunnen geven. De eerste jaren heb ik dit met veel plezier gedaan, later zag ik de tekortkomingen van ons onderwijssysteem. Alle kinderen zijn verschillend, ieder heeft zijn eigen behoefte maar toch bied je vrijwel alle leerlingen die in hetzelfde leerjaar zitten, dezelfde lesstof aan.

Toen onze kinderen werden geboren koos ik er bewust voor om (tijdelijk) te stoppen met werken. Dat was het moment dat er ruimte en tijd kwam voor nieuwe dingen. Ik volgde nieuwe opleidingen en ontwikkelde mij verder. Het keerpunt voor mij kwam in 2002 op het moment dat ik van mijn man een boek cadeau kreeg dat hij op het frontier symposium voor mij had aangeschaft. Het ging over graancirkels. Ik wist direct dat ik, zonder man en kinderen, moest afreizen naar Zuidwest Engeland, de bakermat van de graancirkels en zo geschiedde. Ik raakte enorm gefascineerd door het fenomeen en ben er tot op de dag van vandaag nog steeds mee bezig door middel van o.a. het schrijven van artikelen en geven van lezingen. Inmiddels was ik op invalbasis ook weer af en toe te vinden voor de klas. Hoewel de collega’s wat meer moeite hadden met mijn liefde voor de vormen in de velden, vonden met name de bovenbouw leerlingen dit reuze interessant. Het gebeurde regelmatig dat het onderwerp graancirkels ter sprake kwam, maar de kinderen konden hierover niet voldoende informatie vinden om hun nieuwsgierigheid te bevredigen. Zo kwam het dat ik op een Engelse heuvel met uitzicht op een prachtige formatie ineens wist wat me te doen stond: ik moest de kinderen zelf voorzien van informatie door een boek te schrijven. En terwijl dat besef langzaam indaalde wist ik ook ineens hoe het verhaal zou moeten beginnen en eindigen. Eenmaal thuisgekomen ben ik een lijstje gaan maken van de informatie die ik erin verwerkt wilde zien en op een vreemde manier kon ik, die nooit eerder geschreven had, in een keer een verhaal op papier zetten. Bijna alsof ik daarbij begeleid werd door een onzichtbare macht. Dat boek werd ‘Cirkeljagers’.

Inmiddels sta ik weer vaak voor de klas, soms met een contract, soms op invalbasis en inzetbaar in de groepen 1 t/m 8. Hoewel het onderwijs in al die jaren nauwelijks is veranderd zijn de kinderen dat wel. Het is tijd dat we eens goed gaan kijken naar hoe we het beter zouden kunnen doen en meer recht kunnen doen aan elk individu op zich. Dit zal een lang, moeizaam, pijnlijk en tijdrovend proces worden voor de huidige leerkrachten die vaak nog ontkennen dat er zoiets bestaat als nieuwetijdskinderen. Ook de methodes die op school gebruikt worden zijn niet wezenlijk veranderd. Natuurlijk is de digitale wereld toegetreden binnen de klassen maar er wordt nog steeds onderwezen dat hunebedden de graven van het trechterbekervolk zijn en dat de Grote Piramide van Gizeh het graf van farao Cheops is. En daar krijg ik toch steeds meer moeite mee. Ik ben dan ook de rebel-juf die regelmatig afwijkt van de (geschiedenis)methodes.

Met alle kennis over de Grote Piramide die bij ons in huis is (mijn echtgenoot is Willem Witteveen) moest het toch mogelijk zijn om wederom de informatie op te schrijven voor kinderen van 9-12 jaar, verpakt in een spannend verhaal?

Het idee groeide langzaam, er was genoeg eigen reiservaring, informatie en motivatie voorhanden en inmiddels had ik verschillende cursussen gevolgd om een betere schrijver te kunnen worden.

Hoewel ik bij het schrijven van mijn vorige boek geen idee had van de titel tijdens het hele proces (het laatst genoteerde woord bleek de titel te worden) wist ik bij dit boek van meet af aan dat de titel ‘Schatzoekers’ moest worden. Dromen we er niet allemaal van om eens een enorme schat aan te treffen? Een schat die ons financieel voor altijd uit de problemen helpt. Maar een echte schat is niet altijd in geld uit te drukken, deze kan vele vormen hebben: liefde, vriendschap, geluk en kennis.

Ik wilde dezelfde hoofdpersoon gebruiken als uit Cirkeljagers: Tomas. Een gewoon jongetje uit een familie waarvan de ouders iets verder kijken dan hun neus lang is. Het is aan de lezer om uit te vogelen welk deel van de personen uit het boek gebaseerd zijn op ware personen en welk deel is ontsproten aan de fantasie van de auteur, maar natuurlijk zijn er raakvlakken met ons gezin.

Tomas en zijn familie gaan naar Egypte en daar maakt hij kennis met een Egyptisch jongetje: Mahmout. Mahmout heeft een oude kaart kunnen bemachtigen met daarop een afbeelding van een man, een kist en het oog van Horus in een geheime kamer in de Grote Piramide. De twee jongens besluiten om op onderzoek te gaan en verzamelen tijdens hun reis door Egypte aanwijzingen die hen dichter bij de schat moeten brengen. Tegelijkertijd proberen zij om uit handen te blijven van een gevaarlijke schatrover die het op hen en de schat gemunt heeft.

De reis is informatief, enerverend en spannend en leidt langs o.a. Cairo, de Khal-el-Khalili, het Egyptisch museum, de Kolossen van Memnon, Luxor en de Vallei der Koningen en komt tot een nachtelijk hoogtepunt op- en in de Grote Piramide van Gizeh. Geen onderwerp blijft onbesproken; zo komen er orbs voor op de foto’s die gemaakt worden in de Koningskamer en wordt de Atlantisring gebruikt als talisman om de jongens te beschermen.

Tomas voelde de koude stenen bodem door zijn kleren heen. Zijn moeder maakte een foto van hem terwijl hij in de sarcofaag lag. ‘Sluit nu je ogen en maak een zacht brommend geluidje.’ Hij luisterde naar de stem van zijn vader en hield zijn lippen op elkaar. Hij begreep niet zo goed waarom hij dit moest doen.Later zou hij wel om uitleg vragen. Hij maakte een zacht geluidje dat achter uit zijn keel kwam. ‘Hummm.’ Plotseling deed hij geschrokken zijn ogen open en ging rechtop zitten. ‘Dat kan toch niet? Ik maakte een heel zacht geluidje maar wat ik hoorde was een enorme herrie! Het leek wel of alle muren gingen trillen.’ Hij keek in het lachende gezicht van zijn vader. ‘Dat, jongeman, is het geheim van de Grote Piramide. Het draait hier allemaal om geluid.’

De inhoud van het boek is minder fictief dan men zou verwachten. De informatie over het inwendige van de Piramide is trouw aan de werkelijke afmetingen van het bouwwerk maar ook de geheime kamer is niet zo fictief als men zou denken. In het boekje Mysteries of the Pyramid van David H. Lewis, uit de eerste helft van de 20e eeuw, wordt er al gesproken over een geheime kamer en in de boeken van Willem Witteveen kan hij, door middel van berekeningen, feilloos aantonen waar, deze kamer zich zou moeten bevinden. Het huidige project waarbij de piramiden worden gescand (ScanPyramids) zal dit hopelijk aantonen.

Uiteindelijk lukt het de jongens om de geheime kamer te vinden en treffen zij daar hun schat aan. De schat die zij vinden is een onverwachte schat, een schat met een boodschap die hen laat zien dat zij, als volwassenen van de toekomst, in staat zijn beter voor de aarde te zorgen dan de huidige generaties. Natuurlijk zullen er mensen zijn die hier kritiek op hebben en mij verwijten dat de kinderen diamanten en edelstenen zouden moeten vinden maar ik ben van mening dat de huidige jeugdige generatie best in staat is de boodschap uit het verhaal te halen. We hebben hen lang genoeg onderschat en het is tijd dat we op hen gaan vertrouwen voor de toekomst.

Thomas en Mahmout

Tekst achterkant boek 

Langzaam zette Mahmout de fluit aan zijn mond en blies erop.

Tomas luisterde naar hem. ‘Kun jij fluitspelen?’

Mahmout knikte en zei, voordat hij inademde: ‘Geleerd van mijn neef die herder is. Ik ben wel eens met hem mee geweest en om de tijd te doden speelden we fluit.’

Mahmout speelde verder. Het was een prachtig geluid. De fluit gaf lage tonen. Tomas sloot zijn ogen en genoot van de klanken. Het was rustgevend en hij wist dat hij zich dit moment zijn hele leven zou blijven herinneren.

Plotseling hoorde hij een geluid. Hij keek om zich heen en probeerde uit te vinden waar het vandaan kwam. Het klonk alsof er twee grote stenen langzaam over elkaar wreven. Mahmout bleef doorspelen. Tomas stond op en liep in de richting van het geluid dat luider werd. Hij keek om de hoek en wenkte Mahmout. ‘Niet stoppen met spelen. Kom eens hier.’

Mahmout deed wat Tomas vroeg en liep al fluitend naar hem toe. Mahmout stopte toch met spelen toen hij zag wat Tomas bedoelde.

Ze keken elkaar aan. Vol verbazing zagen ze wat er gebeurd was. De Piramide had op de klanken van de muziek gereageerd. Een grote steen had zich als een deur geopend en erachter bevond zich de geheime kamer.

Tomas is met zijn ouders en zijn zusje op vakantie in Egypte. Daar leert hij Mahmout kennen die een schatkaart heeft. Ze besluiten samen op onderzoek te gaan. Waaruit bestaat de schat en lukt het de jongens deze schat te vinden voor de gevaarlijke safari-man, die hen achtervolgt, dat doet?

Schatzoekers is een spannend boek met veel informatie over Egypte, en de Grote Piramide in het bijzonder, voor kinderen vanaf 9 jaar.

Titel: Schatzoekers – het geheim van de piramide

Taal: Nederlands

Auteur: Annemieke Witteveen

Uitgeverij: Frontier Publishing Amsterdam

ISBN 9789078070917

Illustraties: Joeri van den Anker