De Vloek van de Farao
door Willem Witteveen
De Vloek van de Farao is het ‘populaire’ volksgeloof dat zegt dat degenen die zich illegaal toegang verschaffen tot het graf van een Farao zullen worden gestraft met de dood als gevolg. Diverse legendes zijn gekoppeld aan dit geloof omdat bepaalde inscripties vooral in de graven van de koningen van het Oude Rijk werden gevonden, verwijzend naar het verschrikkelijke lot dat grafrovers zou treffen bij illegale betreding van de graven. Deze inscripties stonden meestal bij de ingang van de graftombe. Elk vervelend incident dat zich voordeed bij de ontdekking van een nieuw koningsgraf werd dan ook toegeschreven aan de “Vloek.”
Er wordt beweerd dat er ook een dergelijke tekst stond boven de ingang van het graf van Toetanchamon dat zo’n vloek beschrijft. Deze tekst zou zijn geweest: “Degene die de slaap van de Farao verstoort, zal worden getroffen door de vleugels van de dood.” Er is echter nooit bewijs gevonden voor de aanwezigheid van deze tekst bij de ingang van het graf van Tutankhamun, hoewel er wel andere graven zijn met soortgelijke waarschuwingen om grafrovers af te schrikken. Zo’n Vloek van de Farao benadrukt de mystiek van het Oude Egypte en werd dan ook dankbaar gebruikt door de media om de verkoop van kranten en bladen te stimuleren. Ook de filmindustrie droeg en draagt zijn steentje bij aan het in stand houden van een dergelijke mythe.
“Degene die de slaap van de Farao verstoort, zal worden getroffen door de Vleugels van de Dood”
Het beroemdste verhaal over de vermeende Vloek van de Farao is die van de expeditie naar het graf van Farao Toetanchamon onder leiding van Howard Carter. Tweeëntwintig mensen die betrokken waren bij de opening en opgraving van het graf van Tutankhamun stierven een voortijdige dood, waarvan er dertien aanwezig waren bij de eerste ontdekking van het graf in 1922. Onder hen was de financier van de expeditie, Lord Carnarvon, die zes weken na de opening van het graf ernstig ziek werd, in coma raakte en stierf. Op de dag van zijn dood gingen alle lichten uit in Caïro en de legende vertelt dat zijn hond, die bij hem thuis in Engeland was, begon te huilen en tegelijkertijd stierf met zijn baas. Onderzoek heeft aangetoond dat Carnarvon waarschijnlijk stierf aan bloedvergiftiging veroorzaakt door het opensnijden van een muggenbeet tijdens het scheren, maar er wordt nog steeds veel gespeculeerd over de werkelijke oorzaak van zijn dood. Ook wordt beweerd dat hij zou zijn vergiftigd, omdat na zijn dood zijn maag werd verwijderd in het ziekenhuis van Caïro om de bewijslast van eventuele vergiftiging te voorkomen.
Howard Carter, de archeoloog die het graf van Toetanchamon daadwerkelijk opende en gedurende lange tijd in het graf werkte, werd duidelijk niet beïnvloed door deze “vloek” aangezien hij op 64-jarige leeftijd een volledig natuurlijke dood stierf. Er wordt beweerd dat hij energetisch werd beschermd door het dragen van een 5000 jaar oude Egyptische stenen ring met inscripties die tegenwoordig ook “Atlantisring” wordt genoemd. Deze ring zou in 1860 zijn ontdekt door een Franse egyptoloog bij opgravingen in de Vallei der Koningen bij het tegenwoordige Luxor.
Hoewel de Vloek van de Farao achterhaald is en mogelijk niets met magie te maken heeft, toont onderzoek aan dat tombes en graven die lange tijd afgesloten zijn geweest van de buitenlucht gevaarlijk hoge concentraties bacteriën en schimmels kunnen bevatten, zoals Aspergillus Niger en Aspergillus Flavus. Het is nu bekend dat infecties door schimmels een breed scala aan ziekten aan de luchtwegen kunnen veroorzaken, bekend onder de naam Aspergillose. Tegenwoordig wordt de term “Vloek van de Farao” ook gebruikt voor de korte intense buikkrampen en diarree die veel toeristen treft die Egypte bezoeken. Dit is voornamelijk het gevolg van verandering van klimaat en het lokale voedsel waaraan men niet is gewend.
En toch is er nog iets anders dat mensen ziek kan maken na het openen en bij een langer verblijf in graven die voor het eerst na vele eeuwen worden betreden. Dit geldt voornamelijk voor Oud-Egyptische graven en plaatsen waar houten artefacten of houten ceremoniële boten samen met de overledene of afzonderlijk werden begraven om van dienst te kunnen zijn in het hiernamaals. Het hout moest namelijk zeer lang worden beschermd tegen ongedierte, meestal in de vorm van schadelijke hout aantastende insecten zoals houtmieren, termieten en houtkevers die zich gemakkelijk toegang konden verschaffen tot de graven en de ondergrondse ruimten met de houten boten. Soort en hoeveelheid schadelijk ongedierte was direct gerelateerd aan het toen heersende klimaat, landschap en vegetatie, maar ook aan het uitgestrekte overstromingsgebied van de Nijl voor de betreffende locaties. Vochtigheid speelde hierin een belangrijke rol.
Houten objecten in perfecte staat
De houten boten werden meestal begraven in diepe rechthoekige ruimtes of putten en bestonden uit meerdere afzonderlijke bouwpakketten die in de put werden geplaatst en waarna de put werd afgedekt met zware stenen balken. Zo’n ruimte en een gereconstrueerde ceremoniële Zonneboot zijn te zien in het Bootmuseum op het Plateau van Gizeh net ten zuiden van de Grote Piramide. In dit museum valt meteen op dat het hout van de 4500 jaar oude boot in perfecte staat is hetgeen wordt toegeschreven aan de ondergrondse luchtdichte verpakking van de 1223 stukken waaruit deze boot was samengesteld. Maar in hoeverre is luchtdicht afsluiten een garantie voor de staat van hout van duizenden jaren oud?
De Zonneboot van een Farao in het Bootmuseum van Gizeh waarvan het hout na duizenden jaren in perfecte staat verkeert
Zowel de uitgegraven en gereconstrueerde houten boten alsmede alle houten artefacten afkomstig uit graftombes die in verschillende musea over de hele wereld worden tentoongesteld bevinden zich in een perfecte staat na 4000 jaar of soms nog langer begraven te zijn geweest onder diverse klimatologische omstandigheden. Niet aangetast door ongedierte maar soms wel gescheurd als gevolg van kortstondige veranderingen in luchtvochtigheid en/of temperatuur hetgeen meestal het gevolg was van onwetendheid met betrekking tot de ideale relatieve vochtigheid behorende bij de houtsoort van het specifieke object. Logisch gezien moest er iets in de tombe of bootput aanwezig zijn om het hout afdoende te kunnen beschermen tegen invloeden van buitenaf.
Om het kostbare hout te beschermen tegen ongedierte werden één of meerdere natuurlijke radioactieve stenen of radioactieve mineralen mee begraven in de graftombe of bootput om ervoor te zorgen dat het hout niet zou worden aangetast door ongedierte omdat deze de blootstelling aan een lage dosis gammastraling niet zou overleven. Natuurlijke radioactieve stenen en radioactieve mineralen zijn wereldwijd te vinden en worden soms geclassificeerd als zeer radioactief!
“Natuurlijke radioactieve stenen en radioactieve mineralen komen wereldwijd voor in de vrije natuur en worden soms geclassificeerd als zwaar radioactief!”
De schadelijke gammastraling van deze bijzondere stenen en mineralen kan een negatieve invloed hebben op de gezondheid van mensen en zeker na langdurige blootstelling tijdens de opgraving en onderzoek van een nieuw ontdekt graf. Mogelijke symptomen van lichte stralingsziekte zijn misselijkheid en braken, diarree en hoofdpijn. Zo’n radioactieve steen in een graftombe valt vaak niet op door zijn alledaagse lichtbruine kleur en normale vorm en de straling van zo’n steen kan niet worden gedetecteerd zonder gebruik te maken van een professionele Geigerteller.
In het Bootmuseum van Gizeh wordt een vergelijkbare steen tentoongesteld in een vitrine en aangeduid als “granieten hamer gevonden in de bootput” alsof deze steen zou zijn gebruikt bij de constructie van de perfect gevormde boot. Tot nu toe is deze steen nooit gecontroleerd op mogelijke radioactiviteit, omdat deze optie nooit is overwogen door de autoriteiten. Met een eenvoudige Geigerteller kon echter geen verhoogde radioactieve straling gemeten worden waardoor we kunnen concluderen dat deze steen niet langer “meetbaar” is en geen gevaar oplevert voor de menselijke gezondheid. Een kenmerk van radioactiviteit is dat de ioniserende straling met de tijd afneemt; hoe ouder het object, hoe minder straling er wordt gemeten. Dit wordt uitgedrukt met ‘halveringstijd’; dat is de tijd die nodig is om telkens de helft van de radioactiviteit kwijt te raken en dat kan soms pas merkbaar zijn na duizenden jaren. De natuur regelt zelf dat de radioactiviteit van bepaalde stoffen na verloop van tijd verdwijnt omdat de ‘instabiele elementen’ in zo’n stof een evenwicht zullen bereiken waardoor de radioactieve stof ‘stabiel’ wordt en geen straling meer uitzendt.
“Hamersteen” tentoongesteld in het Bootmuseum
Het mineraal uraniniet UO2 is een uraniumoxide-mineraal en het belangrijkste uraniumerts. Het heeft een bruinzwarte kleur en is zéér radioactief. Een verscheidenheid aan soorten uraniniet wordt wel ‘Pekblende’ genoemd, een combinatie van uraniniet en enkele andere mineralen. Dit mineraal is gevaarlijk voor mensen en wordt ook aangetroffen in de Egyptische natuurlijke omgeving. Pekblende werd in de late jaren 1890 en 1900 door Pierre en Marie Curie bestudeerd en leidde uiteindelijk tot de ‘Theorie van de Radioactiviteit.’ De oude Egyptenaren waren zich terdege bewust van de eigenschappen en gevaren van radioactiviteit in de vrije natuur en waren duidelijk in staat om het te gebruiken voor het behoud van houten artefacten, zoals blijkt uit de perfecte staat waarin alle houten voorwerpen verkeren die wereldwijd in musea te zien zijn. Ook de luchtdichtheid van een ruimte speelde daarin een belangrijke rol, maar in een gebied met overstromingen en mogelijk aardbevingen is luchtdichtheid niet altijd gegarandeerd. En ongedierte laat zich hier ook niet door tegenhouden.
Het radioactive mineraal Coffiniet
De “Ouden” gebruikten zelfs radioactieve stenen voor het genezen van mensen, wat het “Hormese Effect” wordt genoemd, waarbij een lage dosis radioactieve straling een gunstig effect heeft op de gezondheid van mensen die anders toxisch of dodelijk is wanneer ze in hogere doses wordt gegeven. Deze methode staat bekend als “Stralingshormese”, maar in feite maakt de behandeling van zieke of beschadigde lichaamscellen door middel van geluidsresonantie ook deel uit van het “Hormese Effect”, omdat de frequenties die in beide gevallen worden gebruikt een belangrijk onderdeel vormen van het Elektromagnetisch Spectrum. In beide gevallen vindt er trilling plaats in de zieke of beschadigde lichaamscellen waardoor de cellen als het ware ‘terug getrild’ worden in de oorspronkelijke gezonde toestand. In de huidige wetenschappelijke gezondheidszorg wordt veel onderzoek verricht naar deze bijzondere methode omdat er al vele positieve resultaten mee zijn bereikt. Hormese vindt zijn oorsprong in het Oud-Griekse woord “Hormáein” wat “in gang zetten”, “aanzetten” of “aansporen” betekent. Hormese is relatief onbekend voor het grote publiek en het bestaan van Stralingshormese wordt zelfs in twijfel getrokken door regelgevende instanties en autoriteiten, maar dat komt helaas vaker voor in de grotendeels conservatieve gezondheidszorg. Toch zal ‘Resonantietherapie’ een steeds belangrijker onderdeel gaan vormen in de huidige en toekomstige gezondheidszorg vanwege de positieve werking en de lage kosten.
Radioactieve Natuurlijke Mineralen
Misschien niet zoals verwacht en niet bedoeld om mensen kwaad te doen, maar de “Vloek van de Farao” zou eigenlijk best nog steeds ‘springlevend’ kunnen zijn. Bij het betreden van nieuw ontdekte graven kan het voor archeologen zeker noodzakelijk zijn om de gehele graftombe of soortgelijke ruimte te testen op de aanwezigheid van radioactiviteit als gevolg van opzettelijk mee begraven radioactieve stenen of radioactieve mineralen. Het is daarom zeker verstandig om voorzichtig te zijn en jezelf tegen het risico van ioniserende straling te beschermen. Schadelijke straling verandert DNA-moleculen, maar de meeste levende organismen hebben het vermogen om te regenereren nadat ze zijn blootgesteld aan lage stralingsdoses. Bij sterkere stralingsdoses zijn de effecten echter bijna altijd onomkeerbaar en zéér schadelijk.
Radioactief Uraniniet
Egyptisch Uranium
Ten tijde van de eerste opgravingen in het 19e-eeuwse Egypte waren mensen duidelijk niet op de hoogte van mogelijke stralingseffecten vanwege het gebrek aan kennis over radioactiviteit in het algemeen en radioactiviteit dat voorkomt in de vrije natuur. In feite hadden deze zorgvuldig verborgen ‘Heilige Portalen naar het Hiernamaals’ ook nooit mogen worden geopend en vrijgegeven voor archeologisch onderzoek. Dat is natuurlijk niet reëel omdat we altijd nieuwsgierig zullen blijven naar ons verleden. Nu moet men echter altijd wel rekening houden met de latente aanwezigheid van de gevolgen van de “Vloek van de Farao.”
“De oude Egyptenaren waren zich terdege bewust van de eigenschappen en gevaren van radioactiviteit dat vrij in de natuur voorkomt en waren duidelijk in staat om het te gebruiken voor het behoud van kostbare houten artefacten, zoals blijkt uit de perfecte staat waarin de meeste houten voorwerpen verkeren die wereldwijd in musea worden tentoongesteld”